De ziekte dysenterie Dysenterie, ook wel bekend als ‘Vibrio’, is een infectie in de dikke darm die diarree veroorzaakt.
Verschijnselen Dysenterie komt vooral voor bij vleesvarkens en opfokvarkens, maar ook bij gespeende biggen en zeugen kan de ziekte zich voordoen. Kenmerkend is een betonkleurige diarree, meestal gemengd met slijm (glimmend) en soms met bloed (stolsels, donkere slierten). Meestal is dit enkele weken na opleg te zien. Het duurt namelijk enkele weken voordat de ziekteverschijnselen na het moment van infectie merkbaar worden. Vaak treden verschijnselen pas op na een voerverandering of verhoging van het rantsoen.
Oorzaak Dysenterie, ook wel bekend als ‘Vibrio’, wordt veroorzaakt door de kiem Brachyspira hyodysenteriae. Binnen de familie van de Brachyspira worden meerdere soorten onderscheiden, zoals B. innocens, B. murdochii, B. intermedia en B. pilosicoli. Alleen B. hyodysenteriae en B. pilosicoli zijn de pathogene (ziekteverwekkende) kiemen binnen deze familie.
Besmettingsroute Brachyspira wordt in grote aantallen uitgescheiden met de mest en daarom is mest het belangrijkste materiaal waarmee deze infectie verspreid wordt. Varkens, mensen, huisdieren, ongedierte en vliegen kunnen Brachyspira verspreiden. Dieren die worden aangevoerd kunnen ook met Brachyspira besmet zijn en zijn daarmee een belangrijke bron van besmetting voor bedrijven.
Schade Dysenterie zorgt voor schade in de vorm van een verminderde groei. Vaak ontwikkelen zich ‘slijters’. Een enkele keer treedt door een uitbraak sterfte op, soms zelfs bij zeugen.
Diagnose dysenterie
Vanoudsher wordt voor de diagnostiek van Brachyspira gebruik gemaakt van een immuun fluorescentie test (IFT). Een ongunstig testresultaat in de IFT toont alleen aan dat een lid van de familie Brachyspira in de mest aanwezig was. Deze IFT maakt echter geen onderscheid tussen de verschillende Brachyspira-soorten. Een ongunstige uitslag kan dus net zo goed veroorzaakt worden door een niet ziekmakende Brachyspira. Een behandeling instellen op basis van een ongunstige IFT kan dus onterecht zijn. Het is daarom beter de gebruik te maken van zogenaamde PCR testen. Met deze testen zijn B. hyodysenteriae en B. pilosicoli van elkaar en van de andere soorten te onderscheiden, zodat een juiste diagnose mogelijk is. Het onderscheid tussen B. hyodysenteriae en B. pilosicoli is belangrijk omdat B. pilosicoli een mildere ontsteking van de dikke darm veroorzaakt en dus ook een milder ziekteverloop, maar wel met afwijkende mest.
Risicofactoren dysenterie Mest is de belangrijkste verspreidingsbron van Brachyspira. Via varkens, mensen, huisdieren, ongedierte en vliegen kan Brachyspira worden verspreid. Ook de aanvoer van dieren op het bedrijf is een belangrijke bron van besmetting.
Aanpak van dysenterie Therapie Ter bestrijding van dysenterie zijn verschillende antibiotica beschikbaar. Overleg hierover met uw dierenarts. De basis is een zogenaamde curatieve behandeling van één tot twee weken van alle aanwezige varkens in een afdeling of soms zelfs van het hele bedrijf, gevolgd door een nabehandeling van enkele weken met een lagere dosering. De curatieve behandeling wordt via het drinkwater of met injecties (zieke dieren) uitgevoerd.
Preventie De belangrijkste maatregelen zijn het verbeteren van hygiëne: niet dezelfde laarzen gebruiken voor besmette en niet-besmette afdelingen, vliegenbestrijding, professionele muizenbestrijding en strikt all-in/all-out hanteren. De
voeding speelt eveneens een rol. Streef naar geleidelijke voerovergangen, makkelijk verteerbare eiwitbestanddelen in het voer en voldoende ruwe celstof.
De belangrijkste preventieve maatregelen zijn:
• all-in/all-out hanteren
• lege afdelingen zorgvuldig reinigen, ontsmetten en laten drogen
• per afdeling vleesvarkens van één herkomst opleggen
• zorgen voor geleidelijke voerovergangen
• zorgen voor lichtverteerbaar voer, liefst met voldoende ruwe celstof
• goede vliegenbestrijding hanteren
• goede ongediertebestrijding hanteren
• zorgen voor goede erfverharding (erf en gangen opruimen en schoonhouden)
• zorgvuldig gebruik maken van een toevoegstal voor de aanvoer van gelten en beren